Limmen, 17 mei 2016
Afgelopen week werd bekend dat sportvissers in Nederland jaarlijks een kleine twee miljoen palingen vangen. Ondanks een zelf opgelegd maar weinig gecontroleerd verbod blijken de hengelaars jaarlijks vierhonderdduizend palingen mee naar huis te nemen. Van de palingen die wel teruggegooid worden blijkt volgens een recent wetenschappelijk onderzoek de helft dood te gaan. Bij elkaar legt een behoorlijke hoeveelheid paling 'voor de lol' het loodje.
Palingen worden geboren op de oceaan en komen met miljarden naar onze kusten om op te groeien in zoet water. Daarna keren zij terug naar de oceaan om zich voort te planten. Dat doen ze in heel Europa. Hiermee is paling een uitzonderlijke vissoort. Helaas zijn onze kusten zo versterkt dat te weinig palingen het zoete water kunnen bereiken om daar tot volwassenheid te groeien. Na de voltooiing van de Deltawerken ziet het waterbeheer in Nederland er heel anders dan in de jaren vijftig waar een aantal Nederlandse natuurbeschermers graag aan refereren wanneer het gaat om de hoeveelheid paling die in Nederland zou moeten kunnen leven. Beetje onzin is dat wel want Nederland zit nu volledig op slot.
Vergelijk het maar als je 's avonds door de brievenbus je eigen huis in zou moeten. Daarom investeert de Nederlandse overheid en de palinghandelaren veel geld in hulp voor de glibberige vis. Door aanpassingen van hindernissen en het over de dijk helpen van jonge en volwassen palingen zijn er de laatste jaren weer meer palingen in Nederlandse wateren.
Wat de Nederlandse vereniging van palinghandelaren nog het meest verbaasd is de opstelling van Sportvissserij Nederland en de beschermheerrol van het Nederlandse Wereld Natuur Fonds. Fred Bloot van Sportvisserij Nederland stelde in een Radio 1 gesprek dat je beter een berggorilla of een ijsvogel op de barbecue kan doen in plaats van een broodje paling te eten. Ingvild Harkes van WNF Nederland meldde onlangs zij geen tijd en geld heeft om zich in de paling te verdiepen. Kennis over paling haalt deze natuurbeschermster bij de sportvissers in Bilthoven.
Helaas loopt die kennis jaren achter bij de actuele wetenschap. Waarom de Nederlandse natuurbeschermers in Nederland samenwerken met de sportvissers blijft een raadsel. Waarschijnlijk is het de 'groen zweem' die de sportvissers voordoen door te vertellen dat zij alle gevangen palingen teruggooien. Nu blijkt dat er ruim honderdduizend kilo palingen door sportvissers mee naar huis genomen worden en waarschijnlijk een veelvoud daarvan na met een scherpe haak gevangen te zijn in het donkere water het loodje legt is van de “groene zweem” niet veel meer over.
De Nederlandse palingverwerkers investeerden ondertussen al miljoenen euro's in de verduurzaming van hun bedrijfsvoering en werken samen met palingwetenschappers om een sneller herstel van de palingstand te bevorderen. Daarmee lopen de Nederlandse palingverwerkers ver voorop in Europa.
De grootste verbazing bij de palingvereniging blijft dat de sportvissers en natuurbeschermers tot de dag van vandaag elk overleg met de palingsector weigeren en elke vorm van samenwerking met het bedrijfsleven weigeren. Dat is een opstelling die schadelijk is voor de paling en dat kan nooit de bedoeling zijn, aldus de palingvereniging.
Daarnaast schenden de Sportvissers met grote regelmaat de gebruiksregels van de IUCN rode lijst, door paling voortdurend te vergelijken met een panda, tijger of de berggorilla. IUCN stelt dat goed gereguleerde handel een soort kan beschermen en in stand houden. De palinghandelaren werken binnen de regels die zijn afgesproken in Europa en pleiten zelf voor nog strengere regulering om de paling te beschermen.
Laten we nu eens ophouden met onzin te vertellen over paling met het vergelijken van paling met een panda of tijger en met het op dezelfde manier beoordelen van de paling als een schol of andere zeevissen doe je deze unieke vis echte te kort. Paling is een unieke soort en dan moet je gezamenlijk werken aan unieke oplossingen.
De palingvereniging roept op tot meer samenwerking. Zou dat kunnen? Volgens de palingvereniging wel. WNF werkt immers in controversiëler dossiers, zoals GMO-soja en palmolie, ook samen met het bedrijfsleven. Sterker nog WNF ondersteunt de verkoopt dieren uit de big five voor Trophy Hunting (plezierjacht) in Afrika om met de opbrengsten daarvan andere dieren mee te redden. (Zie hierover de uitzending van Nieuwsuur van dinsdag 17 april 2012, 23:51 waarin WNF directeur Johan van der Gronden uitleg geeft over deze vorm van benutting)
De uitgereikte hand van de palingsector aanpakken om verduurzaming te stimuleren kan dus. Wat betreft de sportvissers is het nog makkelijker, sportvissers staan aan dezelfde kant als de beroepsvissers. Uiteindelijke willen ze allemaal hetzelfde namelijk een gezonde palingbestand waarvan de mens binnen de grenzen van de natuur een klein deel kan gebruiken voor voedsel.