Een delegatie van de Combinatie van Beroepsvissers (CvB) deelde een delegatie van Tweede Kamer leden mede: Dat er door het ingestelde vangstverbod ruim tachtig visserijbedrijven geen paling en wolhandkrab meer mogen vangen in riviergebieden. Deze gebieden zijn in de loop der jaren, o.a. door de chemische industrie, sterk vervuild geraakt zijn met dioxine en en andere gezondheidsschadelijke stoffen.
De vissers wijzen erop dat zij niet de veroorzakers zijn van die vervuiling en willen om die reden dat ze compensatie krijgen voor de schade die visserijbedrijven lijden door het volledig wegvallen van inkomsten. Hiervoor zou een compensatie toegekend kunnen worden waarbij vangsten in het verleden als uitgangspunt kan gelden.
Nederlandse Vereniging van Palinghandelaren pleitte eerder al voor een ruimhartige tegemoetkoming voor de getroffen binnenvisserijbedrijven en delen van de sector.