Onze leden bieden directe werkgelegenheid aan ruim 600 personen (fte).
De economische waarde van de Nederlandse palingsector bedraagt ruim 250 miljoen Euro. (peiljaar 2008)
Deze traditionele en voor de Nederlandse cultuur belangrijke sector is zich ten volle bewust van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Vandaar hebben onze leden unaniem besloten dat onze vereniging direct aanlsuiting kreeg bij Stichting Duurzame Palingsector Nederland (www.DUPAN.nl). In deze Stichting werken de Nederlandse palingvissers, palingkwekers en palinghandelaren aan een verduurzaming van de hele sector.
Paling en haar beschermde status: Hoewel feitelijk onjuist beweren een aantal Nederlandse natuurorganisaties, waaronder St. Noordzee, de Nederlandse afdelingen van Wereld Natuur Fonds en Greenpeace nog steeds dat paling een van de meest bedreigde diersoorten is en dat de paling op het punt zou staan direct uit te sterven. Dit is echter geen juiste of volledige weergave van de feiten wij zullen hieronder de feiten weergeven.
Feit: vanaf de tachtiger jaren van de vorige eeuw nam de wetenschap een sterke daling waar van de hoeveelheid jonge paling welke zich voor de kust van Europa aandiende. Problemen bij de migratie van zout naar zoet, overbevissing, verlies aan leefgebied, vervuiling, predatie door vogels enz. werden als oorzaak aangewezen. Een duidelijke doorslaggevende oorzaak kon tot op heden niet worden vastgesteld.
Paling komt in heel Europa voor. Van Noord-Afrika, Turkijë, Egypte, het hele Middelandse Zee gebied, Europa, Baltische Zee, Oostzee, IJsland tot het uiterste noorden van Noorwegen komt de Europese paling voor. Sinds 2010 neemt de wetenschap een herstel waar van de hoeveelheid zich voor de kusten van Europa aandienende jonge paling (glasaal). Hiermee ziet het er naar uit dat de sterke vermindering die sinds de tachtiger jaren van de vorige eeuw werd waargenomen een halt is toegeroepen.
Het natuurlijke verspreidingsgebied van paling in de Europese zoetwatergebieden is onvoorstelbaar groot. Hierdoor is het vaststellen of berekenen van de hoeveelheid in het wild levende paling onmogelijk. Dit geldt ook voor de hoeveelheid in zee levende jonge en volwassen paling. Naar schatting zwemmen er alleen in de Europese wateren al vele miljarden palingen, de hoeveelheid die in de Oceaan zwemt moet volgens de wetenschap minstens het dubbele zijn.
Feit: is dat de vele kunstmatige barriéres in de rivieren het voor jonge paling (glasaal) onmogelijk maakt hun noodzakelijk leefgebied te bereiken. Volwassen palingen ondervinden als zij naar open zee wil trekken ondervinden ook hinder van dezelfde barriéres. Veel volwassen paling sterven omdat zij het leefgebied niet kunnen verlaten of deze vinden de dood in pompen, gemalen of waterkrachtcentrales.
Het verlies aan habitat (leefgebied) wordt door de wetenschap als voornaamste oorzaak erkend voor de teruggang van de palingstand. Het verlies aan habitat is zeer moeilijk, danwel niet op te lossen. Voor Nederland zou het betekenen dat al het land dat uit de zee werd gewonnen weer terug moeten worden gegeven. Simpelweg onmogelijk.
Problemen voor deze trekvis die in de oceaan word geboren zijn er te over. De verbindingen tussen de zoute zee en het zoete water zijn keihard. Het ontbreken van natuurlijke overgangsgebieden van zout naar zoet speelt een grote rol voor de verstoorde levenscyclus van de Europese paling. Aanpassingen zijn noodzakelijk om de levenscyclus van trekvissen te herstellen. Voor Nederland is het aanpassen van ruim 5.000 gemalen en ruim 10.000 andere barriéres een klus van enorme omvang. Hoewel er inspanningen worden gepleegd om onze Nederlandse wateren beter bereikbaar te maken voor trekvissen, zoals de paling, zijn veel investeringen uitgesteld tot 2027. Tot die tijd wil Stichting DUPAN, als tijdelijke oplossing, paling handmatig "over de dijk" helpen.
Ondanks het feit dat oorzaken buiten het bereik en de oorzaak van de palingsector liggen kan en wil de Nederlandse palingsector een oplossing bieden. De mogelijkheid tot versneld verkijgen van betere omstandigheden en meer paling in de onze wateren zijn toepasbaar. Als meerdere betrokken (waterbeheerders en watergebruikers) samenwerken ligt er een mooie toekomst voor de paling.
Direct met uitsterven bedreigd?
Dat is pertinent onjuist. Paling is opgenomen in de CITES Appendix II lijst. Hiermee neemt paling een bijzondere plaats in omdat het de eerste en enige consumptievis is die in deze lijst is opgenomen. CITES regelt de handel in dier en plantensoorten die bescherming behoeven. De officiële tekst luidt: "CITES Appendix II bevat soorten die niet direct met uitsterven bedreigd zijn, maar dat kunnen worden. Tenzij de handel nauw gecontroleerd is. De internationale handel in specimens van Appendix II-soorten mag worden toegestaan door de toekenning van een uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat. Geen invoervergunning is nodig voor deze soorten onder CITES (hoewel een vergunning nodig is in een aantal landen dat de strengere maatregelen hebben genomen dan CITES vereist).Vergunning of certificaten mogen alleen worden verleend indien de betrokken autoriteiten ervan overtuigd zijn dat aan bepaalde voorwaarden is voldaan, met name dat de handel niet ten koste zal gaan van het voortbestaan van de soort in het wild."
Het komt er op neer dat paling binnen haar oorspronkelijke leefgebied vrij verhandelbaar is mits deze legaal gevangen is.
De International Union for the Conservation of Nature (IUCN) lijst zegt dat paling een extreem hoog risico loopt om in het wild uit te sterven. Het is zo dat de Europese paling op deze lijst staat als ‘critically endangered’.
Dit is gebasserd op de aanname dat de populatie afgenomen is in gelijke mate als de afname van de intrek van jonge paling. Volgens deze IUCN definitie, heeft de soort "extreem hoog risico om in het wild uit te sterven". Hoewel dit in totale tegenstelling staat met uitspraken van Russell Poole, Voorzitter van de ICES Working Group on Eel, die zegt “het is zeer onwaarschijnlijk dat de Europese paling volledig zal uitsterven” en “Iemand die spreekt over uitsterven is een alarmist …. je spreekt hier over een vis die miljoenen eitjes legt” (bron: Science, Vol. 329: 505-507, 30 July 2010).
De vaak aangehaalde status van de paling op de IUCN lijst staat inmiddels onder grote discussie bij vooraanstaande wetenschappers. Er is namelijk nooit aangetoond hoe groot de regionale verschillen zijn en hoe groot de hoeveelheid (het bestand) is van in het wild levende paling. Verder onderschrijven meerdere wetenschappers dat oorzaken die zich in de Oceaan kunnen voordoen grotere invloed hebben dan alle de menselijke activiteiten.
Wat weten we met zekerheid: jonge paling (glasaal) heeft zoetwater nodig om op te groeien en de volwassen palingen zal op een gegeven ogenblik terugkeren naar open zee. De jonge paling kan op veel plaatsen haar leefgebied niet of zeer moeizaam bereiken. Als de jonge paling op zee blijft worden ze daar opgegeten door grotere vissen. Volwassen paling kan het leefgebied niet zonder schade verlaten, veel volwassen palingen vinden de dood in waterkrachtcentrales en Nederlandse watergemalen. Wel weten we dat vanaf seizoen 2009/2010 jaarlijks gemiddeld jaarlijks ruim 300 miljoen meer jonge palingen (glasaal) aan de kusten van Europa zijn aangekomen dan in het jaar 2008. De vooruitzichten voor het lopende seizoen 2013/2014 laten een nog sterkere stijging zien dan de trend van de jaren ervoor.
De Europese Unie heeft in haar Aalverordening (1100/2007) welke is geschreven voor: "bescherming en duurzame benutting van de soort" aangegeven dat binnen Europa grootschalig zal moeten worden ingezet op "restocking" (vakterm voor uitzet van jonge paling)
Maatschappelijk verantwoord en duurzaam verder: door jonge paling over barriéres te helpen naar leefgebied waar ze gecontroleerd kunnen opgroeien. Deze paling duurzaam daar volgens het Duurzaam Decentraal Aalbeheerplan te beheren, dat wil zeggen: gecontroleerd en zeer beheerst te bevissen waarbij voldoende volwassen exemplaren overleven. Duurzaam beheer betekend zorgdragen dat er voldoende volwassen palingen veilig en onbeschadigd over de barriéres Nederland verlaten om daarna voor nageslacht te zorgen. Hier zullen de Brundtlandt WCED normen voor duurzaam gebruik van natuurlijke bronnen gelden.
Volwassen paling moet terug naar open zee om zich voort te planten. Tijdelijke maatregelen als "paling over de dijk" zijn kostbaar maar wel degelijk betaalbaar.
Niets doen is géén optie! Als we de paling niet helpen zal deze het steeds moeilijker krijgen in Nederland en elders in Europa en misschien zelfs gedoemd zijn te verdwijnen. We moeten de paling helpen, zonder hulp redt de paling het niet.
Hoe Duurzaam verder? In het najaar van 2010 is het Duurzaam Decentraal Aalbeheerplan door de Nederlandse overheid goedgekeurd, vervolgens heeft dit plan in de jaren 2011 en 2012 als pilot in de provincie Friesland gedraaid. Stichting DUPAN heeft in 2012 een grote som geld aangewend om het project door te laten gaan. De wetenschappelijke resultaten bieden nieuw inzicht in de groei en ontwikkeling van paling. Met deze nieuwe inzichten kan de wetenschap verder.
In december 2011 werd er door de Tweede Kamer een motie aangenomen om beroepsvissers in te zetten om volwassen paling 'over de dijk' te helpen. In maart 2012 werd door de Tweede Kamer een motie aangenomen om Europees Visserij Fonds geld in te zetten om jonge paling naar geschikt leefgebied te helpen. Hiermee toont de Nederlandse volksvertegenwoordiging en regering haar betrokkenheid. In het najaar van 2012 zijn in het mede door het Duurzaam Paling Fonds® mogelijk gemaakte pilot project 'Paling over de Dijk' in Noord-Holland en Zeeland een kleine vijfduizend volwassen palingen veilig en onbeschadigd over de dijk geholpen. In het najaar van 2013 is dit project met steun van het Europese Visserij Fonds op 35 locaties herhaald, Binnenkort zullen de cijfers hiervan openbaar gemaakt worden. Tijdens beide projecten is in nauwe samenwerking met Sportvisserij, die de controle en metingen uitgevoerd heeft, is een schat aan nieuwe gegevens over de palingstand beschikbaar gekomen.
Paling over de dijk, wie gaat dat betalen?
Om de direct noodzakelijke maatregelen te nemen is geld nodig. Immers kunnen we geen jonge paling (glasaal) zonder vergoeding krijgen en kunnen niet van de Nederlandse vissers verwachten dat zij gratis volwassen palingen naar open zee brengen.
Daarom heeft Stichting DUPAN een fonds in het leven geroepen. Zowel de palingkwekers als de palinghandelaren dragen via een heffing bij aan het Duurzaam Paling Fonds ® in het leven geroepen. Producten die bijdragen aan herstel en instandhouding (duurzaam beheer) van de paling zijn voor de consument herkenbaar aan het blauwe logo. De consument kan dus kiezen voor een product dat bijdraagt.
.
Internationale aanpak
De Stichting DUPAN zet zich actief in om de palingstand op duurzame wijze binnen Nederland te herstellen, duurzame beheersmaatregelen te bepleiten en te zorgen dat duurzame en diervriendelijke vangst-, en verwerkingsmethoden voor paling ontwikkeld worden.
De oorzaken die in Nederland voor de paling de problemen veroorzaken zijn ook in tal van andere (Europese) landen in het leefgebied van paling te vinden. Internationale aanpak van de problemen is dus vereist. Internationaal werkt Stichting DUPAN samen met de European Sustainable Eel Group. In deze groep werken de palinglanden van Europa samen aan het herstel en instandhouding van de soort. Zo is onderandere een standaard opgesteld voor het duurzaam beheren en duurzame economische benutting van van de paling. Meer informatie hierover is te vinden op de websites van: MSC of SEG